HET MOMENT – Michael Tedja over Ludwig Wittgenstein: ‘Ik herkende iets van de radicaliteit van Wittgenstein’
Voor mijn rubriek ‘Het moment’ in Filosofie Magazine sprak ik met dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Michael Tedja.
HET MOMENT
‘Voor een tentoonstelling maak ik altijd een plattegrond, reken ik alles in detail uit. Een paar jaar geleden had ik een installatie net af, toen de conservator een gordijn opende. “Kijk, dan zie je leuk de bus langsrijden, en de mensen van de bushalte kunnen naar binnen kijken.” Ik werd helemaal gek, het voelde alsof ik alles voor niets had gedaan. Dit kan niet: die bus, die vogels, die mensen. Dat is het leven, en ik wilde geen leven in dat werk hebben. Het stond op zichzelf. Er kwam een vergadering over dat gordijn. Het ging dicht.
Toen ik mijn debuutroman aan het schrijven was, las ik voor het eerst de Tractatus van Wittgenstein. Het sprak me aan vanwege de cijfers, de genummerde stellingen. Ik ben altijd bezig met getallen: in mijn beeldende kunst, mijn romans. Cijfers zijn niet alleen om mee te rekenen. Ze geven een ordening, ze kunnen een vorm uitdrukken. Dat zie je mooi in de Tractatus. Ik zal niet beweren dat ik Wittgensteins hele boek begrijp, maar ik pak het er steeds weer bij. Neem alleen al de eerste zinnen: “1. De wereld is alles wat het geval is. 1.1 De wereld is het geheel van de feiten, niet van de dingen.” Dat heeft iets van een gedicht, zo mooi.
Het lezen zelf van de Tractatus is al een daad. Er is niets buiten dat boek. Ik herkende iets van de radicaliteit van Wittgenstein. Waarom schrijf ik zulke abstracte boeken? Waarom maak ik schilderijen van vijftien meter breed die niemand in zijn huis kan ophangen? Ik doe geen concessies. Als ik Wittgensteins boek erbij pak, voelt het als thuiskomen, alsof je gedachten kloppen. Hé, hij doet dat zo – dacht ik de eerste keer. Ik had een soort kameraad gevonden.’
Gepubliceerd in Filosofie Magazine, januari 2019. Fotografie: Martin Dijkstra.