Filosofie Magazine – Interview met Joke van Leeuwen: ‘Ik wil laten zien dat niets vanzelfsprekend is’
Voor het meinummer van Filosofie Magazine sprak ik met Joke van Leeuwen.
‘Ik wil laten zien dat niets vanzelfsprekend is’
Lichtvoetig én ernstig onderzoekt Joke van Leeuwen in haar verhalen het menselijk bestaan. In haar nieuwe roman kijkt een jongvolwassene vanuit het hiernamaals terug op haar leven.
Mijn leven als mens, de nieuwe roman van schrijver, dichter en illustrator Joke van Leeuwen (1952), begint op een bijzondere plek: het hiernamaals. De 18-jarige ik-persoon Dinka is net doodgegaan: ‘Ergens hoor ik: “Kómt u maar!” en dan merk ik dat het klopt wat al eeuwen is geschreven: dat de ziel door het aarsgat naar buiten treedt.’ In het hiernamaals betreedt Dinka een enorme wachtzaal vol ronddolende zielen. ‘Maar niemand kan meer voordringen, en als een verse ziel, nog helemaal niet gewend, uitroept: “Weet u wel wie ik was?!”, wordt daar vrolijk om gelachen.’ De roman gaat over een ziel die kijkt naar de tijd waarin ze mens was. Op een speelse manier snijdt het verhaal grote, filosofische vragen aan, over wat het menselijk bestaan nu eigenlijk betekent en voorstelt.
Het beeld van de ziel die door het aarsgat naar buiten treedt haalde u ook aan in uw Albert Verwey-lezing in 2013 – met een verwijzing naar Rabelais. Gaf dat beeld de aanzet tot deze roman?
‘Nee. Dit boek ontstond met een beeld van een hoofdpersoon die een dood zusje heeft. Door te beginnen
met een soort hiernamaals is er een heel andere verhouding tussen die twee mogelijk en kan dat dode tweelingzusje ook een rol spelen. Vervolgens ben ik veel gaan lezen over alle beelden die er bestaan van “hiernamaalsen”, en dacht ik aan dat lekkere dwarse zinnetje van Rabelais dat ik kon gebruiken. En ik had zelf een ervaring gehad die ik erin wilde verwerken.’
Verder lezen? Zie het meinummer van Filosofie Magazine.
Fotografie: Jessica Brouwer