CAFÉ ROSSO – Een ode aan de twijfel

 in Filosofie Magazine

Een ode aan de twijfel

Deze tekst droeg ik voor bij Café Rosso in Theater De Roode Bioscoop in Amsterdam op 2 juni 2018.

Er was geen thema. Waar zou ik deze een-na-laatste Café Rosso over spreken?

Zal ik het eindelijk eens hebben over die Franse filosofe Simone Weil? Die in een metaalfabriek ging werken, later meer iets van een mystica had, heel mooi over aandacht schreef en die als 34-jarige stierf aan TBC? Een filosoof die meer weg had van een heilige. Ze is een fascinerend iemand, ik ben benieuwd hoeveel mensen haar kennen. En ik moet toch nog voor de website van Filosofie Magazine een stukje over haar schrijven. Maar ik begrijp eigenlijk meer dan de helft van haar ideeën niet. En bij ieder interessant idee, komt ze uiteindelijk uit bij een God en volg ik haar niet meer. Nee, toch maar niet Simone Weil.

Zal ik dan spreken over hoop? Want zo’n laatste keer, en na behoorlijk wat zware onderwerpen in dit seizoen, is het dan niet mooi om te eindigen over hoop? En dan vertel ik dat er een periode was dat ik de kriebels kreeg van het woord hoop. Ik was naar een kerst-mis, voor het eerst van mijn leven, van Huub Oosterhuis. En als niet-gelovige voelde ik me best op mijn gemak, totdat we de opdracht kregen om te hopen. Ik haakte af.

Susan Neiman

Maar dan kan ik vertellen wat de Amerikaanse filosoof Susan Neiman over hoop schreef. Het tegendeel van hoop is cynisme: lui achterover hangen en zeggen dat er toch allemaal niets aan te doen is en het allemaal slechter wordt. Hopen is inzien dat er een kloof is tussen hoe de wereld is, en hoe de wereld zou moeten zijn. En ook al zullen we die kloof nooit volledig dichten, toch kunnen we hopen deze kloof te versmallen. Hoop is iets rationeels, leerde Susan Neiman mij. En ze heeft zo’n mooie uitspraak over hoop: ‘Hoop is geen weten, en is altijd wankel.’ Maar… ik heb haar naam al vaker genoemd. Nog niet zo lang geleden bij de gemeenteraadsverkiezingen. Toch maar niet.

En zo twijfelde ik nog even door. En zo kwam ik, al twijfelend, bij het thema uit: natuurlijk! Ik moest deze laatste keer over twijfel spreken. En dan zou het een ode aan de twijfel worden.

Ode aan de twijfel, ja, dat klinkt leuk voor een filosoof. Maar twijfel is toch helemaal niet fijn?

Keuzestress

Twijfel zorgt voor onrust. Moet je deze baan houden of toch ergens anders gaan werken? Of voor jezelf beginnen? Zul je ooit zeker weten of deze persoon de juiste man of vrouw is? Mag ik met het vliegtuig op vakantie of is dat niet te verantwoorden? Wil ik wel of geen kinderen? En wat zal ik eten vanavond: ga ik koken of een pizza halen?

We spreken nu meestal keuzestress: en dan zou het probleem zijn dat er tegenwoordig zoveel keuzes zijn, dat mensen – en dan gaat het meestal over twintigers en dertigers – ten ondergaan aan die enorme hoeveelheid keuzes.

Daar zit iets in. Het aantal keuzes verkleinen is niet de oplossing. Dus moeten we met die stress leren omgaan. En dat komt neer op het verdragen van twijfel.

Tijdens een studie filosofie is twijfel geoorloofd. Of beter: twijfel is verplicht. Twijfelen is het begin van het denken. Je onderzoekt een vraag waar geen antwoord op, bekijkt die van verschillende kanten. Twijfel leidt zo tot nuance.

In het echte leven staat twijfel in de weg. Je moet handelen, je moet iets doen, je moet nu een antwoord hebben, je moet nu kiezen. Twijfelen en handelen gaan niet samen.

De voormalige Denker des Vaderlands, René Gude heeft ooit een mooi stuk geschreven over twijfel. Hij benadrukt dat twijfel geen doel op zichzelf mag zijn. Wie altijd twijfelt komt tot niets: we moeten van twijfel niet meer dan een noodzakelijke tussenfase maken. En dat klinkt logisch. Er is een fase van twijfelen: die zorgt ervoor dat we met meerdere perspectieven naar een probleem kijken, die vermijdt dogmatisme en zorgt voor nuance. En daarna volgt het moment van handelen. Twijfel is een middel en geen doel.

Leven zonder twijfel is een illusie

Toch vraag ik me af of het zo werkt: twijfel als een tussenfase. Het probleem met twijfel is dat die de hele tijd weer de kop op kan steken. Je geeft een antwoord, je doet iets, je maakt een keuze in je leven. En toch is die twijfel er weer, of nog steeds. Is dat iets slechts? Moeten we daarvan af? En zo ja, hoe? Leven zonder twijfel is een illusie. En ik denk dat het de kunst is om te leren met die twijfel te leven, en van die twijfel iets positiefs te maken.

Hoe dan? In de brieven van Rainer Maria Rilke aan een jonge dichter kwam ik een prachtige passage tegen waarin hij uitlegt hoe dat zou kunnen. Hij schrijft troostende woorden aan de jonge dichter die hem gedichten had voorgelegd:

En uw twijfel kan een goede eigenschap worden als u hem opvoedt. Hij moet wetend worden, hij moet kritiek worden. Vraag hem, telkens weer als hij iets voor u wil bederven, waaromiets lelijk is, verlang van hem bewijzen, stel hem op de proef, en hij zal tegenover u wellicht radeloos en verlegen zijn, misschien ook wel opstandig. Maar geef het niet op, eis argumenten, en als u telkens weer zo handelt, oplettend en consequent, dan komt er een dag waarop uw twijfel van een destructieve kracht een van uw beste werkkrachten zal worden, misschien wel de kundigste van alle die aan uw leven bouwen.’

Rilke schrijft hier over de twijfel waar een jonge dichter tegenaan loopt. Maar zijn advies geldt voor iedereen die iets maakt, schrijft of zegt, kortom iedereen die leeft.

Twijfel is niet iets om uit de weg te gaan, het is geen tussenfase, en ook geen doel op zichzelf. Maar twijfel kan een kracht zijn als we die weten op te voeden. Twijfel kan – hoe paradoxaal dat ook klinkt – ons wetend maken.

En mijn twijfel over het thema?

Opeens is helder waardoor ik zo’n moeite met Simone Weil heb: ze is in haar geschriften zo radicaal en zeker van zichzelf – wat enige aantrekkingskracht heeft, maar ik mis de twijfel.

En hoe zit het met de hoop? Susan Neiman zei: ‘Hoop is geen weten, en is altijd wankel.’ Zonder twijfel geen hoop.

 

Bronnen:

Rainer Maria Rilke, Brieven. Aan een jonge dichter. Over God. Aan een jonge vrouw, Uitgeverij Balans, p. 51

René Gude, ‘Twijfel is bitter als alsem’ in Filosofie Magazine, september 2007

Susan Neiman, Morele helderheid, Ambo, 2008

Aanbevolen Berichten